Veel mensen kampen met een diep gevoel van eenzaamheid. Eenzaamheid is een gevoel dat echt fysiek pijn kan doen, het is een heel naar gevoel om te hebben als je het goed kunt voelen.
Eenzaamheid is niet altijd herkenbaar als eenzaamheid. We kunnen het voelen als bijvoorbeeld een leegte of een kilte.
Eenzaamheid staat los van hoe alleen je bent. Je kunt veel mensen om je heen hebben en je nog steeds eenzaam voelen. Je kunt heel alleen zijn en je niet eenzaam voelen. De reden hiervoor is dat diepe eenzaamheid niet een gevoel is dat over het hier-en-nu gaat, maar over vroeger.
Diepe eenzaamheid is wat in emotiegerichte therapie een core pain genoemd wordt. Een core pain is dat bekende pijnlijke gevoel dat we al sinds onze jeugd met ons meetorsen. We willen het niet voelen, we doen er alles aan om het weg te drukken (bijv. werk, drank, gezelschap, bezig blijven). Maar regelmatig komt het naar boven. Het kan bijvoorbeeld naar boven komen als we erg moe zijn, gestresst of als we getriggerd raken.
Diepe eenzaamheid is niet een beetje ongemak waar we even mee gaan mediteren. Als het als een beetje ongemak voelt, dan voel je je waarschijnlijk wat alleen. Ben je op dat moment ook daadwerkelijk wat geïsoleerd en voel je de behoefte om weer verbinding te zoeken, dan is dat ‘alleen voelen’ een helpende emotie (primair adaptief). Diepe eenzaamheid daarentegen motiveert je niet om contact te zoeken. Het voelt desolaat, onoplosbaar. Het suggereert hele pijnlijke dingen (bijv. “ik ben nooit geliefd geweest”, “dit gaat nooit veranderen”, “er zal nooit iemand zijn met wie ik echt verbinding zal voelen”, “dit leven heeft geen zin”) die we heel even kunnen voelen, maar doorgaans heel snel weer wegdrukken. Wat blijft hangen is iets als somberte, leegte, zwaarte. Of rusteloosheid. We kunnen rusteloos op zoek gaan naar een oplossing. “Wat moet ik doen?”, “Hoe kan ik toch ….”.
Het kan ons aanzetten om oeverloos terug te denken aan pijnlijke momenten in het verleden toen we ons enorm verlaten hebben gevoeld. De pijn van onze herinneringen kunnen we nog eens versterken met vragen als “Wat klopt(e) er toch niet aan mij dat dit mij zo overkwam?”. Diepe eenzaamheid gaat zo helaas vaak hand in hand met die andere core pain, diepe schaamte over onszelf.
Door de verbinding met schaamte wordt diepe eenzaamheid nog erger. De neiging die we voelen vanuit schaamte (core pain schaamte wel te verstaan) is om ons terug te trekken en af te sluiten. Misschien doen we nog een halfslachtige poging tot contact met de buitenwereld, maar innerlijk blijven we gereserveerd. Of we stoppen helemaal met contact te zoeken.
Diepe eenzaamheid kan ons doen afvragen of het hele leven nog wel zin heeft. Wat voor zin heeft het leven als het zo kil blijft aanvoelen, zelfs al heb je een rijke vriendengroep, druk sociaal leven of hechte familie om je heen?
Diepe eenzaamheid kan ook onze doodsangst versterken. De kilte van onze pijnlijke ervaringen kunnen we in de toekomst projecteren, op een eindeloos, levenloos en afstervend heelal.
Diepe eenzaamheid kent zijn wortels meestal in onze jeugd. Als kind ben je door belangrijke anderen (regelmatig) op belangrijke momenten alleen gelaten. Dat kan fysiek, maar net zo goed emotioneel.
Bijvoorbeeld:
- Als je als kind een aanvaring had met je ouders, huilend naar je kamer ging in de verwachting dat een ouder wel achter je aan zou komen. Maar die kwam nooit.
- Als je als kind je verdriet probeerde te delen met een ouder. Maar de ouder kwam nooit verder dan “Nou kom op, zet je er even overheen”.
- Als je als kind nooit de kans kreeg om jouw zienswijze of jouw beeld van een situatie met je ouders te delen.
- Als je als kind op school buiten de groep viel.